China bezien door snapshots leidt tot misvattingen
De kwetsbaarheid en vergankelijkheid van historische duidingen
‘Deskundigen gingen ervan uit dat secularisatie een onomkeerbare trend is in het tijdperk van de moderniteit’, een beschouwing van de Chinese socioloog Zhao Dingxin (赵鼎新), hoogleraar sociologie aan de Zheijiang Universiteit en de Universiteit van Chicago in relatie tot het Taoïstische perspectief dat geschiedenis geen progressie kan boeken naar een soort van teleologisch eindpunt dat “aanspraak kan maken op universele of eeuwige waarheden. Dit omdat perspectieven en invloeden van oorzakelijke verbanden steevast veranderen in verschillende contexten.”
Het Taoïstische perspectief staat veelal in contrast met het essay ‘The End of History’, geschreven door de Amerikaanse politicoloog Francis Yoshihiro Fukuyama in 1989. Fukuyama geeft aan dat de triomf van het Westen, van het westerse idee, allereerst duidelijk blijkt uit een uitputting van levensvatbare systematische alternatieven voor het westerse liberalisme. ‘Waar we wellicht getuige van zijn, is niet alleen het einde van de Koude Oorlog, of het verstrijken van een bepaalde periode in de naoorlogse geschiedenis, maar het einde van de geschiedenis als zodanig. Dat wil zeggen het eindpunt van de ideologische evolutie van de mensheid en het universalisme van de westerse wereld. Liberale democratie als uiteindelijke staatsvorm.'
Alhoewel Fukuyama’s perspectief al enige tijd onder druk staat, blijft het vertrouwen in de westerse liberale democratie als ultiem bestuur voor de mensheid onverminderd hoog in het Westen. Het wordt nog steeds gezien als de ultieme graadmeter om andere bestuursvormen te ontkrachten of bekritiseren.
De afgelopen maanden is de beeldvorming van China in de westerse media uitgebouwd. Tot voor kort werd China neergezet als een assertieve en autoritaire macht met groeiende politieke en economische invloed in de wereld. Deze beeldvorming is nu uitgebreid met onder andere (speculatieve) economische malaise en vergrijzing van de bevolking in China. Met vele opinies wat dit zou kunnen betekenen voor China, en het Westen.
Ofschoon de belangstelling van de westerse wereld voor China bovenmatig is toegenomen in de afgelopen jaren, veelal met negatieve toon, is de levensduur van opinies en verwachtingen vaak beperkt gebleken. Deze trend is niet nieuw; de westerse blik op China is in afgelopen decennia heen en weer geschommeld, meestal met kritieke momenten of verschuivingen in politiek leiderschap als keerpunten.
Dit essay is ook te downloaden als pdf-bestand.
China : een doorlopende film met pieken en dalen
China is een langdurig en dynamisch maatschappelijk en economisch experiment sinds de oprichting van de Volksrepubliek China in 1949. Een doorlopende film, vol pieken en dalen die gekenmerkt worden door ongekende prestaties en hoogtepunten, exorbitante misstappen, scriptcorrecties en aanpassingen. Maar au fond met een overkoepelende visie.
Deze totstandkoming wordt gekenmerkt door een aanhoudende reeks van hervormingen met beleid afgestemd op de expliciete ontwikkelingsfasen van de integrale sociaaleconomische visie, of aangepast aan wisselende externe invloeden. Het allesomvattende doel van deze voortschrijdende toewijding is om China weer een welvarende en harmonieuze samenleving te maken, vaak benoemd als de “China Rejuvenation”. Een verloop dat wordt geleid onder het leiderschap en bestuur van de Communistische Partij van China (CPC). De uitdrukking "China Rejuvenation" moet niet letterlijk worden gezien, maar meer als het herleven van de essentiële kernwaarden van de Chinese cultuur. Een gepaste duiding is de Chinese term 中国民族的复兴 (Zhōngguó mínzú de fùxīng), 'de renaissance van het Chinese volk'.
In grote lijnen kunnen de volgende ontwikkelingsfasen in de integrale ontwikkeling worden onderscheiden. De periodes van Deng Xiaoping's Reform and Opening Up gevolgd door Jiang Zemin's voortschrijdende marktgerichte hervormingen van eind jaren 1970 tot het begin van deze eeuw waren onmogelijk geweest zonder Mao Zedong's rigide centrale planeconomie van industrialisatie van de jaren 1950 tot de jaren 1970. Een periode van opofferingen en ontberingen voor het Chinese volk waarin China transformeerde van een plattelandseconomie tot een industrieel systeem ter grootte van Frankrijk in slechts 30 jaar tijd. Met de steun van vermoedelijk 's werelds grootste technologieoverdracht in de geschiedenis van de toenmalige Sovjet-Unie naar China.
Afbeelding : ‘Sovjet elektrotechnisch ingenieur Zhuowugnodny legt arbeiders van de Ansteel Group uit hoe ze een hoogoven moeten gebruiken in 1953 (CEPR Technology transfer and early industrial development: The case of the Sino-Soviet Alliance)
De tijdperken van Deng Xiaoping en Jiang Zemin worden in het algemeen geprezen in westerse kringen, ondanks kritische gebeurtenissen gedurende hun leiderschap. Deze periode heeft echter ook grotere risico's teweeggebracht, met name inzake ongelijkheid, milieuverontreiniging, corruptie, en economische speculatie onder andere met de groeiende invloed van dominante markt conglomeraten. Deze uitdagingen hebben vooral meer aandacht gekregen sinds het leiderschap van Xi Jinping aan het begin van de jaren 2010. Een tijdperk waarin meer nadruk wordt gelegd op regelgevend toezicht, de ontwikkeling en integratie van hightech en digitale transformaties in de maatschappij, en duurzame, groene ontwikkelingen.
Bovendien zijn de drastische en snelle veranderingen in de internationale, geopolitieke wereld met een groeiende negatieve beeldvorming van China in het Westen sinds de tweede helft van de jaren 2010 essentieel voor de vormgeving van de het hedendaagse strategische beleid in China. Ook de huidige economische omvang, 's werelds tweede economie, en belangrijkste handelspartner voor het merendeel van de wereld spelen een groeiende rol in het beleid van China. Deze status betekent meer aandacht voor onder andere veiligheidskwesties, internationale diplomatie, en multilaterale samenwerkingsverbanden. Als we naar de internationale media en het politieke discours kijken, is het duidelijk dat dit strategische beleid niet door iedereen in de westerse wereld wordt omarmd. Het leiderschap van Xi Jinping wordt vaak afgeschilderd als een belangrijke breuk met de ‘meer gewaardeerde’ tijden van Deng Xiaoping en Jiang Zemin.
Pogingen om de ontwikkeling van China sinds 1949 uiteen te zetten, wordt vaak bemoeilijkt door de (culturele) neiging om specifieke gebeurtenissen of tijdsspannen op te splitsen voor beter inzicht. Momentopnames die vaak in contrast met elkaar worden neergezet voor een helder betoog. Deze aanpak belemmert echter een ruimer (alomvattend) besef van waarom China op verschillende momenten bepaalde acties onderneemt of specifieke richtingen inslaat.
Deze benadering komt mede voort uit culturele verschillen, vooral wat betreft de culturele dimensie Specifiek-Diffuus. Mensen uit specifiek georiënteerde culturen beginnen met het bekijken van elk element van een situatie. Ze concentreren zich op feiten en analyseren de elementen afzonderlijk, gevolgd door vergelijking of het bekijken van het geheel als de som van de delen. Mensen uit diffuus georiënteerde culturen zien elk element in het perspectief van het complete plaatje. Alle elementen zijn aan elkaar gerelateerd en het geheel is meer dan de som van de delen.
Afbeelding : Cultuur Model 7 Culturele Dimensies ontwikkeld door Fons Trompenaars en Charles Hampden-Turner (THT Consulting)
De film terugspoelen voor nuance in de context
Voor een genuanceerder begrip van het hedendaagse China moet de film terug in de tijd worden gespoeld, ruim voor 1949. Dit is noodzakelijk om de verregaande invloed van historische en culturele contexten op het huidige China te kunnen plaatsen. Echter komen deze contexten en invloed niet of nauwelijks naar voren in de vele analyses en standpunten over de actuele ontwikkelingen in China.
Het begin van de 19e eeuw, rond de jaren 1830, zou kunnen dienen als een geschikt startpunt, al was het maar om de complexiteit van het script enigszins overzichtelijk te houden.
Een eeuwlang, grofweg van 1830 tot 1940 is China gebukt gegaan onder een zeer turbulente periode, gepaard met binnenlandse opstanden, zwak bestuur, en buitenlandse invallen van Westerse mogendheden en het Japanese Keizerrijk. Opstanden, burgeroorlogen, en bestuurlijke perikelen waren niet vreemd voor China in eerdere geschiedenis, zeker gedurende de wendingen van dynastoeke cycli. Maar het unieke onderscheid in deze periode was de overweldigende invloed vanuit het buitenland. Deze tumultueuze periode was getuige van twee Opiumoorlogen met Groot-Brittannië, een reeks van beschamende en afgedwongen verdragen, de inval van de Alliantie van Acht Naties (bestaande uit Duitsland, Japan, Rusland, Groot-Brittannië, Frankrijk, Italië, Oostenrijk-Hongarije en de Verenigde Staten), twee gewelddadige oorlogen met Japan die onder andere resulteerden in de bezetting en assimilatie van Taiwan van 1895 tot 1945, en andere gevallen van buitenlandse onderwerping en interventie.
Afbeelding : “En Chine — Le gâteau des Rois et... des Empereurs” ("China -- de taart van koningen en... van keizers"), een politieke cartoon in "Le Petit Journal", een conservatieve Parijse krant (gepubliceerd op 6 januari 1898).
De taart staat voor "Chine" (Frans voor China) en wordt verdeeld tussen karikaturen van koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk, Willem II van Duitsland (die ruzie heeft met koningin Victoria over een stuk grensgebied, terwijl hij een mes in de taart steekt om de agressieve Duitse bedoelingen aan te geven), Nicholas II van Rusland, die een bepaald stuk op het oog heeft, de Franse Marianne (die diplomatiek wordt afgebeeld als niet deelnemend aan het snijwerk, en wordt afgebeeld als dicht bij Nicholas II, als een herinnering aan de Frans-Russische alliantie), en een samoerai die Japan vertegenwoordigt en zorgvuldig overweegt welke stukken hij zal nemen. Een stereotype Qing-ambtenaar werpt zijn handen op om te proberen hen tegen te houden, maar is machteloos. Het is bedoeld als een figuratieve weergave van de imperialistische neigingen van deze landen ten opzichte van China tijdens het decennium.
Met de Xinhai Revolutie eindigde de Qing-Dynastie in 1912 en werd de Republiek China opgericht onder leiding van de Kuomintang, de Nationalistische Partij van China. Er volgde een periode waarin Chinese academici en industriëlen westerse waarden omarmden als de enige manier om China vooruit te helpen. Dit in tegenstelling tot de snel groeiende Communistische Partij van China (opgericht in 1921) waarvan een groot aantal leden de traditionele Chinese waarden bleven aanhangen. Het ‘bloedbad van Shanghai’ in 1927, ook bekend als de ‘12 april zuivering’, markeerde een keerpunt in die tijd. Deze gewelddadige onderdrukking van de Communistische Partij (en linkse vleugels van de Nationalistische Partij) in opdracht van de conservatieve Kuomintang generaal Chiang Kai-shek, leidde tot een burgeroorlog tussen de Nationalisten en de Communisten die voortduurde tot 1949. Een burgeroorlog af en toe onderbroken tijdens de Japanse invasie van 1937 tot 1945 waarin ook soms samen werd opgetrokken om te strijden tegen de Japanners.
De leider van de Communistische Partij van China (CPC), Mao Zedong, kondigde de oprichting van de Volksrepubliek China (PRC) af op 1 oktober 1949. Tegelijkertijd trokken de nationalisten zich in december van datzelfde jaar terug van het vasteland naar het eiland Taiwan, waarbij Chiang Kai-shek de stad Taipei aanwees als tijdelijke hoofdstad van de Republiek China (ROC), in het Westen Taiwan genoemd. Chiang Kai-shek’s verklaring ging gepaard met een bevestiging van de status van hun regering als de enige legitieme autoriteit voor geheel China. Een claim die nog steeds gehuld is in ambiguïteit, zoals blijkt uit de grondwettelijke context van Taiwan. Politieke partijen binnen Taiwan houden er tot op de dag van vandaag verschillende standpunten op na over territoriale aanspraken, wat de zaak nog ingewikkelder maakt.
Bij de oprichting van de Volksrepubliek China in 1949 was de natie verwoest. Toch markeerde dit moment het einde van wat vaak de "百年国耻" (bǎinián guóchǐ) of "100 jaar nationale vernedering" wordt genoemd, ook wel bekend als ‘de eeuw van de vernedering’. Deze periode is geworteld in het collectieve bewustzijn van China en de Chinese waarden, en oefent een diepgaande invloed uit op het hedendaagse bestuur en de samenleving.
“Wat verder in gedachten te houden bij de film”
Maar zelfs als we de jaren 1830 als uitgangspunt voor de film nemen, is het voor een beter begrip noodzakelijk om de integratie van geschiedenis en cultuur binnen het hedendaagse China mee te nemen. Afgezien van historische tijdlijnen, is de mate van homogeniteit binnen de Chinese (Han) beschaving een niet te onderschatte eigenschap. China heeft gedurende duizenden jaren veel veranderingen en vormen van maatschappij doorstaan, periodes van bloei alsmede tijden van oorlog en bezetting.
Maar ongeacht het dynamische verleden heeft de gemeenschappelijke geschreven taal van karakters sinds de oudheid, in combinatie met een overvloedige erfenis van historische documentatie en tradities, een ingewortelde gemeenschappelijke identiteit gecreëerd tijdens voortschrijdende periodes in de geschiedenis. Een identiteit gebaseerd op een gemeenschappelijke manier van communiceren, gewoonten, overtuigingen en tradities. Deze homogeniteit dringt door in alle facetten van de Chinese samenleving en bestuur, uniek in haar omvang en continuïteit.
Afbeelding : qi xna (Unsplash)
In veel westerse landen zijn delen van de geschiedenis vervreemd geraakt van de actualiteit door demografische en sociale veranderingen, de dynamiek van geopolitiek of kenteringen naar nieuwe staatsvormen. Sommige hoofdstukken in het geschiedenisboek zijn onderwerp geworden van objectieve, afstandelijke analyses en wetenschappelijke studies, vaak losgekoppeld van hedendaagse maatschappelijke praktijken of emoties. In China daarentegen lezen kinderen duizend jaar oude gedichten voor uit de Tang- of Song-dynastieën, alsof ze nog maar enkele decennia geleden zijn geschreven. Deze blijvende verbondenheid met het verleden weerspiegelt de diepe wortels van de Chinese geschiedenis en cultuur in de hedendaagse Chinese samenleving.
“Historische duidingen : een veelzijdige complexiteit”
Een vreemd land beter leren begrijpen met zijn unieke culturele, historische en bestuurlijke kenmerken gaat verder dan alleen kennis van gebeurtenissen uit het verleden. Men zal ook rekening moeten houden met de interpretaties en implicaties van specifieke historische gebeurtenissen in de hedendaagse maatschappelijke, culturele en politieke omgeving.
Verschillende landen en samenlevingen hebben van nature uiteenlopende duidingen en tijdslijnen van de geschiedenis, gevormd door selectie, perspectief en het relatieve belang van historische feiten en beoordelingen. Geografische locatie, locale historische gebeurtenissen, en de dynamiek van maatschappij, politiek en economie dragen allemaal bij aan de vorming en beweging van geschiedenis in een land of gebied.
Culturele dimensies spelen ook een voorname rol bij de interpretatie van geschiedenis. Lage context culturen kijken anders tegen geschiedenis aan dan culturen met een hoge context. Collectivistische culturen benaderen de geschiedenis anders dan individualistische, zoals homogene samenlevingen dat doen vergeleken met meer heterogene maatschappijen.
Ook culturen die in de loop van de eeuwen beïnvloed zijn door geopenbaarde godsdiensten hebben de neiging om geschiedenis door een andere bril te bekijken, inclusief constellaties van absolute openbaringen. In deze culturen worden historische gebeurtenissen en ideeën niet alleen gezien door de bril van natuurlijke redeneringen, maar ook van goddelijke interventie. Met als gevolg een voortdurende herwaardering en herleiding van de geschiedenis om absolute openbaringen in overeenstemming te brengen met het hedendaagse bewustzijn. Het christendom en de islam zijn voorbeelden van geopenbaarde religies.
In Oost-Aziatische culturen zoals China hebben geopenbaarde religies historisch gezien minder invloed gehad. De geschiedenis, een autoriteit op zich, dient als een toonaangevend erfgoed die samenlevingen begeleidt. Filosofische doctrines in Oost-Azië zoals het Daoïsme, Boeddhisme en Confucianisme zijn grotendeels gespeend van geopenbaarde goddelijke instanties. Deze levensvisies belichten perspectieven met betrekking tot het natuurlijke bestaan, ethiek en de menselijke gesteldheid. En waarbij het onderwijzen en leren van geschiedenis als referentie een prominente rol speelt.
Het Chinese gezegde "溫故知新 wēn gù zhī xīn" of "kijk naar het verleden en leer het nieuwe", afkomstig uit de leer van Confucius, geeft het belang van historisch inzicht aan. Het onderstreept de waarde van het koesteren van geschiedkundige kennis terwijl men voortdurend nieuwe inzichten verwerft. Een voortschrijdend pad om leraar te worden en wijsheid aan anderen over te brengen.
Deze veelzijdige en cultureel verankerde complexiteit draagt bij aan grote verschillen in historische interpretaties. Met als gevolg dat het spiegelen van de geschiedenis van een ander land door de lens van eigen culturele en historische contexten niet noodzakelijk leidt tot een dieper begrip van een andere maatschappij of land. Vaak integendeel.
De geschiedenis : slachtoffer in tijden van conflict
Het spiegelen van de geschiedenis van anderen door eigen lenzen wordt vooral duidelijk in geopolitieke conflictsituaties en veranderingen, waarbij historische interpretaties vaak dienen als hulpmiddel om politieke claims te rechtvaardigen en narratieven vorm te geven. Tijdens conflictperiodes is historische interpretatie bijzonder kwetsbaar voor vervorming, omissie of soms zelfs ‘slachtoffer’ van vervalsing om politiek agenda's door te voeren. Dit is niet verrassend aangezien conflicten vaak voortkomen uit uiteenlopende interpretaties van de geschiedenis.
Negatieve beeldvorming van China in het Westen mist vaak geschiedkundige context, waardoor ingewikkelde kwesties zoals het Taiwan conflict worden teruggevoerd tot eenvoudige, soms krampachtige narratieven. Beschuldigingen dat China agressief is tegen een onafhankelijke, soevereine natie Taiwan gaan voorbij aan historische nuances en feiten zoals de soevereiniteit van Taiwan. Het één-Chinabeleid dat sinds ongeveer een halve eeuw door een overgrote meerderheid van landen wereldwijd wordt erkend, onderschrijft Beijing als de enige legitieme bestuursautoriteit over soeverein Chinees grondgebied, inclusief Taiwan. Echter wordt in bilaterale gezamenlijke communiqués een mate van strategische ambiguïteit gehandhaafd, een houding die vaak in het belang is van het buitenlands beleid van de Verenigde Staten en hun bondgenoten.
Ook van invloed op de huidige negatieve beeldvorming van China met betrekking tot Taiwan is de 'constructie' van het narratief 'China zal Taiwan de komende jaren binnenvallen' sinds maart 2021. De Amerikaanse admiraal Philip Davidson getuigde destijds voor de US Senate Armed Services Committee met de waarschuwing dat China Taiwan de komende zes jaar zou kunnen binnenvallen op basis van zijn onderbuikgevoelens.
Deze speculatie werd in mum van tijd opgevolgd met verschillende tijdsprognoses door China deskundigen. Het tijdschrift Economist opperde Taiwan zelfs als "The Most Dangerous Place On Earth" op de omslag van de 1-7 mei 2021 editie. Sindsdien is het een van de dominante narratieven over de dreiging van China binnen het westerse politieke discours met groeiende diplomatieke provocaties en militaire bewapening van Taiwan door Washington als gevolg.
Afbeelding : The most dangerous place on Earth, The Economist (1 mei 2021)
Dit narratief laat gemakshalve de historische realiteit achterwege dat het streven naar hereniging altijd een kernbeleid is geweest voor elke Chinese leider sinds 1949.
Een ander voorbeeld van de geschiedenis als slachtoffer van de hedendaagse opinie is de vervuiling door CO2-uitstoot. China wordt vaak beschuldigd, voornamelijk in westerse media, als hoofdverantwoordelijke voor de huidige staat waarin de wereld zich bevindt als gevolg van koolstofuitstoot. China is tegenwoordig inderdaad de grootste uitstoter van CO2 (30% van de wereldwijde uitstoot in 2021). Maar als we historische data erbij halen die evenwel hebben geleid tot de huidige staat van het klimaat ziet de situatie er heel anders uit. Sinds de industriële revolutie bijna twee eeuwen geleden hebben de Verenigde Staten ongeveer 25%, de EU 22% en China 13% bijgedragen aan de cumulatieve uitstoot van broeikasgassen.
En niet alleen het geschiedkundige perspectief wordt vaak weggelaten in beschuldigende opinies over CO2-uitstoot.
Ook de contexten van historische en huidige ‘uitbesteding’ van koolstofemissies (relocaties van vervuilende industrieën) en waar producten van vervuilende industrieën uiteindelijk zijn en nog steeds worden gebruikt of geconsumeerd worden veelal niet meegenomen in opinievorming. Vergelijkende data van 'CO2-uitstoot per hoofd van de bevolking' tonen eveneens een heel ander beeld.
Klimaatverandering is een complexe uitdaging voor de gehele mensheid. Het weglaten van directe en indirecte historische contexten verkleint de mogelijkheid om tot een verantwoordelijk en inclusief beleid met actieplannen te komen.
De verleiding in het heden : fabriceren of negeren in geschiedvorming
Onderscheid maken in historische context en interpretaties van verschillende landen is van groot belang voor wederzijds begrip in bilaterale of multilaterale samenwerking of diplomatiek conflict.
Begrip hoeft hier niet gelijk aan instemming te zijn. Er is zeker ruimte voor kritische analyses of opinies over de geschiktheid of relevantie van andere interpretaties met betrekking tot huidige omstandigheden en ontwikkelingen. In de afgelopen decennia heeft de internationale geo-economische en geopolitieke dynamiek omvangrijke veranderingen gezien, voornamelijk door verschuivingen in de economische verhoudingen en de wereldwijd groeiende verbondenheid en afhankelijkheid tussen naties.
Zou China zich vandaag nog steeds kunnen profileren als ‘slachtoffer’ (in westerse ogen) op basis van de historische context van de "Eeuw van vernedering" ? En met deze duiding China’s status als ontwikkelingsland ook al is het land nu 's werelds grootste handelsnatie, de tweede economie wereldwijd en blinkt het uit in geavanceerde technologieën.
Kunnen officiële excuses die sommige voormalige koloniale machten in Europa recentelijk hebben aangeboden voor hun koloniale verleden gezien worden als gebaren van erkenning ? Of zijn het excuses voor een mogelijke afsluiting van verantwoording afleggen aan huidige gevolgen van dat verleden (gezien door anderen), waar sommige voormalige koloniën tot op de dag van vandaag last van hebben. Het alomvattende proces van dekolonisatie is nog steeds gaande in verschillende delen van de wereld.
Echter onbedoelde nalatigheid van historisch besef of opzettelijke veronachtzaming van historische interpretaties kan misverstanden of conflicten in de hand werken. Amerikaanse, Britse en andere westerse marineschepen die sinds jaren met regelmaat langs de Chinese kust te vinden zijn in de Straat van Taiwan resoneren voor China in historisch perspectief met de gewelddadige invasie van de Alliantie van Acht Naties aan het begin van de 20e eeuw of Britse kanonneerboten die in 1839 de Yangtze rivier opvoeren tijdens de eerste opiumoorlog. De huidige marine activiteiten van westerse mogendheden voeden de relevantie van historische gebeurtenissen in het hedendaagse beleid van China.
Deze historische relevantie wordt verder bevestigd voor China door de aanwezigheid van meer dan 300 Amerikaanse militaire bases en installaties in Oost-Azië. Bases die het soevereine grondgebied van China in het oosten vrijwel insluiten. Deze actieve insluiting is al geruim twintig jaar aan de gang als doelbewust beleid van de Verenigde Staten sinds het begin van deze eeuw.
Het is van groot belang om de grote lijnen en historische context in oog te houden bij de fabricatie van een 'geschiedenis-in-wording' of illusies door beleidsmakers die China neerzetten als een bruuske agressieve en autoritaire bedreiging voor de liberale democratische wereld. Weloverwogen narratieven die via media het beeld van mensen beïnvloeden door werkelijkheid en historische context te verdraaien of weg te laten. Deze narratieven dienen om geopolitiek beleid te legitimeren en door te voeren, en daarmee bijzonder vatbaar zijn voor escalatie in tijden van conflict.
En wanneer escalaties plaatsvinden, vinden deze narratieven snel hun weg naar de geschiedvorming, waarmee de feitelijke en vaak complexe historische context van het conflict uiteindelijk wordt verdoezeld.
Een huidig voorbeeld van ontkenning en eliminatie van historische context in grote conflicten is de Russische invasie in Oekraïne in februari 2022. Sinds het begin van de militaire invasie hebben mainstream media en het politieke discours de geopolitieke chronologie van ruim drie decennia tussen de NAVO en Rusland grotendeels veronachtzaamd.
Dit ondanks dat prominente politieke leiders en wetenschappers in het Westen al sinds het begin van de jaren negentig hebben gewaarschuwd voor de mogelijke gevolgen van de oostwaartse NAVO-uitbreiding in Europa. Op dezelfde manier is de groeiende Amerikaanse invloed in Oekraïne vanaf het begin van de jaren 2010 door onder andere ‘regime change’ en militarisering vrijwel volledig genegeerd sinds de Russische inval.
Ook de werkelijke NAVO intenties voor de Minsk-akkoorden (2014 en 2015) en de herhaalde rode lijn waarschuwingen van Rusland over de uitbreiding van de NAVO naar Oekraïne zijn grotelijks verzwegen in het narratief.
Bij de invasie werd het westerse narratief onmiddellijk toegespitst op ‘unprovoked’ (niet-uitgelokt) waarbij de Russische President Poetin sindsdien is neergezet als de kwaadaardige, imperialistische kracht die met alle mogelijke middelen moet worden verslagen. Elke ongewenste historische context met betrekking tot het conflict is nadien klakkeloos uitgewist. Iedereen die ook maar een vraag of kwestie durft te stellen over de oorsprong en mogelijke redenen van de invasie, wordt beschuldigd van heulen met de vijand.
"Het eerste slachtoffer van de oorlog is de waarheid" is een bekend fenomeen en juist daarom is het essentieel om de volgende, ook bekende passage niet zomaar zelfgenoegzaam over te nemen : "Het enige wat we van de geschiedenis leren is dat we niets van de geschiedenis leren".
De hedendaagse China narratieven in het Westen over onder andere de Taiwan kwestie tonen gelijkenis met de decennialange geopolitieke aanloop naar de Russische invasie in Oekraïne. De historische context van de Taiwan kwestie wordt veelal weggelaten of verdraaid in media en politiek terwijl de Amerikaanse militaire bewapening van Taiwan en diplomatieke provocaties volop in gang zijn.
China heeft al meerdere malen aangegeven dat de Taiwan kwestie een dieprode lijn is voor zijn soevereiniteit. Ook waarschuwen buitenlandse academici en deskundigen wederom om meer context en diplomatieke beschouwing te bieden in de kwestie. Waarschuwingen welke echter veelal worden gemarginaliseerd of genegeerd in het Westen, of eenvoudig bestempeld als sympathiserend met China. Deze soortgelijke ontwikkelingen bereiken andermaal kritieke rode lijnen, kwetsbaar voor escalatie.
We kunnen zeker van de, zeker recente, geschiedenis leren maar het is de vraag of dit wenselijk is voor sommigen. In tijden van conflict zijn erfgoed en interpretatie van de geschiedenis vaak de bron van confrontatie. Zeer gevoelig voor manipulatie of nalatigheid wordt de geschiedenis uitgebuit omwille van huidige conflicten.
De rol van geschiedenis in het huidige China
De invloed van geschiedenis op het huidige China, zijn gedrag en acties is diepgaand. De historische tijdslijn van China wordt als iedere andere tijdslijn gekenmerkt door perioden van ontwrichting, afscheiding en bezetting gedurende duizenden jaren. En ook gekenmerkt door talrijke perioden van bloei met economische, culturele en sociale mijlpalen. Uniek is dat China sinds de oudheid een samenhangende politiek-culturele identiteit heeft behouden met een opvallende homogeniteit.
De meeste Chinezen zijn trots op hun historisch erfgoed dat het fundament vormt van de Chinese cultuur. Dit gevoel van trots wordt in deze tijd verdiept door de ongekende economische groei en verbetering van de levensstandaard in de afgelopen decennia. Ook China's groeiende aandeel in de internationale ontwikkeling, zoals bijvoorbeeld het Belt and Road-Initiatief dragen bij dat China en zijn inwoners hun plaats in de voorhoede van grote naties in de wereld achten.
De "Eeuw van vernedering" van de jaren 1830 tot de oprichting van de Volksrepubliek China in 1949 met een diepgaande economische malaise wordt beschouwd als een afdwaling in vergelijking met China's voorspoed gedurende een groot deel van de voorgaande 1800 jaar. Historisch gezien was China, samen met India, een van de grootste en leidende economieën ter wereld.
Afbeelding : 2,000 Years of Ecomonic History in One Chart, Visual Capitalist, Sept. 8, 2017
Citaten in westerse media en politieke berichtgeving schilderen China vaak af als een land dat autocratie en hegemoniale uitbreiding nastreeft. Deze interpretaties zijn echter dikwijls misplaatst, voortkomend uit het zien van de mogelijke gevolgen van China’s recente groei door de eigen (Westerse) historische bril. Een bril die inderdaad niet altijd een rooskleurig beeld geeft voor het gedrag en beleid van opkomende of leidende economische machten in de afgelopen eeuwen, zeker naar anderen toe.
Zoals eerder aangegeven is China’s kerndoelstelling sinds de oprichting van de Volksrepubliek gericht op de renaissance van China evenals de Chinese cultuur en waarden. Dit houdt in het heropbouwen van een welvarende en harmonieuze samenleving met een rechtmatige plaats in de wereld als invloedrijke natie. We kunnen hierin drie algemene beleidsontwikkelingen onderscheiden : het stimuleren van economisch en maatschappelijk welzijn, het rechtzetten van historisch onrecht als gevolg van buitenlandse invasies en burgeroorlogen vóór 1949 en tijdens de oprichting van de Volksrepubliek, en als derde het streven naar een evenredige stem en invloed in de wereldeconomie en multilaterale instellingen.
Met economische en maatschappelijke groei als een vanzelfsprekende drijfveer, is het streven naar historische rechtvaardigheid om de erfenis met name inzake kwesties van soevereiniteit over het Chinees grondgebied niet minder belangrijk. Dit omvat in deze tijd met name de doelstelling van de hereniging met Taiwan. Maar in het recente verleden speelden de terugkeer van Hong Kong en Macau hier ook een rol in.
Het derde beleidsstreven met betrekking tot de ontwikkeling van een evenredige invloed in multilaterale organisaties houdt erkenning in voor China's status als 's werelds tweede economie en invloedrijke speler op het wereldtoneel.
Echter, ondanks de significante verschuivingen in het mondiale economische landschap in de afgelopen decennia, hebben veel van de multilaterale instellingen hun op het Westen gerichte politieke macht en leiderschap behouden. Met groeiende scheve verhoudingen tussen de huidige economische saldi en bevolkingsgroottes aan de ene kant en de politieke macht aan de andere.
Ook worden het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Wereldbank nog steeds uitsluitend geleid door respectievelijk Europeanen en Amerikanen, sinds hun oprichting in 1944 tijdens de Bretton Woods conferentie.
Afbeelding : China, India and the Global Order (or Disorder), LSE School of Public Policy December 1, 2023 (YouTube)
China’s ambities voor meer proportionele invloed in de wereld vallen niet in goede aarde in de politieke kringen van Washington en zijn bondgenoten. China wordt er vaak van beschuldigd dat het de "rules-based international order" met voeten treedt.
Voor sommigen staat de "rules-based international order" voor een concept dat geworteld is in het internationaal recht en gekenmerkt wordt door principes van democratisch bestuur, economische openheid en de rechtsstaat. Het belichaamt waarden zoals de bescherming van vrijheid, gelijkheid, mensenrechten en veiligheid, en overstijgt de grenzen van nauw gedefinieerde internationale wetten. Sommigen noemen het "Westerse liberale waarden".
Een andere opvatting van de "rules-based international order" is dat dit concept een "handig" alternatief is voor de gevestigde internationale wetten, zoals in de Verenigde Naties (VN). Dit inzicht leidt ook tot vragen waarom de Verenigde Staten en hun bondgenoten steeds meer hun toevlucht nemen tot de "rules-based international order". Vanuit deze optiek is deze orde Amerika's manier om ‘juridisch gezag’ te laten gelden in lijn met hun nationale of internationale belangen in plaats van het internationaal recht van de VN of andere multilaterale organisaties. Een orde met 'regels' van onbepaalde aard met daarmee voldoende ruimte voor ambiguïteit in politieke agenda’s. Het feit dat de Verenigde Staten zich hebben onthouden van het ratificeren van belangrijke multilaterale verdragen en ook niet deelnemen aan verschillende internationale gerechtshoven bevestigt perspectief voor deze invalshoek.
Ook houdt de Verenigde Staten de Wereldhandelsorganisatie (WTO) al sinds 2019 in zijn greep door de weigering om nieuwe leden te benoemen in de ‘Appelate Body’, het hoogste beroepsorgaan van de WTO voor arbitrage in handelsgeschillen. Door deze weigering is het WTO college waar handelsgeschillen in hoogste instantie behandeld worden, de facto al 5 jaar buiten werking gesteld. Sindsdien is er ‘vrij spel’ om eigen handels- (en sanctie-)beleid te voeren en elkaar te beschuldigen van handelsovertredingen of het schenden van WTO regelgevingen.
Het is in deze geopolitieke stemming dat China sinds het begin van deze eeuw is begonnen met het opzetten van alternatieve multilaterale instellingen, kaders en mechanismen in samenwerking met andere landen. Deze initiatieven zijn erop gericht om China en andere landen minder afhankelijk te maken van door de VS of het Westen gedomineerde instellingen en 'ordes'. Instellingen en ‘ordes’ die China’s status en groeipotentieel zouden kunnen ondermijnen, inperken of onvoldoende vertegenwoordigen. In deze context zijn de multilaterale organisaties BRICS (2010) en SCO (Shanghai Cooperation Organization, 2001), evenals het Belt and Road-Initiatief (2013) en de Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB, 2016) tot stand gekomen. Deze proactieve houding betekent dat China het toekomstige internationale landschap ook mee vorm wil geven en tegelijkertijd de afhankelijkheid van bestaande, door het Westen geleide structuren wil verminderen.
Deze trend zet een groeiende verdeeldheid aan tussen een toenemende toewijding de "rules-based international order" in westerse politieke arena's en de groei van nieuwe, alternatieve multilaterale structuren en initiatieven in een aanzienlijk deel van de rest van de wereld. Ook dragen meer en luider wordende 'niet-westerse' stemmen in oorspronkelijke multilaterale instellingen zoals de Verenigde Naties bij aan deze verdeeldheid.
Deze tweedracht wordt soms in brede zin aangegeven met de termen Global South en Global North. Dit is geen geografische context maar duidingen van complexe geopolitieke en geo-economische ontwikkelingen. Bijvoorbeeld China en India horen bij de ‘Global South’ terwijl Australië en Nieuw-Zeeland bij de ‘Global North’ horen.
Kishore Mahbubani, fellow bij de Asia Research Institute (National University Singapore) en voormalig voorzitter van de VN-Veiligheidsraad, legt uit hoe de heropleving van de Global South leidt tot ingrijpende veranderingen in de chemie van onze wereldorde in zijn artikel ‘The Global South: A new North Star’. Voor de groeiende verdeeldheid citeert hij de woorden van de Franse President Emmanuel Macron tijdens de veiligheidsconferentie van München van afgelopen jaar (februari 2023) : “Ik ben verbijsterd hoe we het vertrouwen van de Global South hebben verloren”.
Afbeelding : Global South: From Myth to Reality (ISPI, Dec. 20, 2022)
Door de lens van cultuur is deze ontwikkeling ook een confrontatie tussen universalistische en particularistische culturen. Een kloof tussen culturele interpretaties over hoe om te gaan met regels en orde in bepaalde situaties. Er is een groeiend denkbeeld van algemeen geldende moraliteit en rechtvaardigheid als denkraam in meer universalistische maatschappijen, voornamelijk in het Westen (de Global North). Dit in tegenstelling tot particularistische samenlevingen, meer voorkomend in de Global South, waar specifieke omstandigheden en relaties een belangrijke rol spelen bij de beleving van regels, orde en waarden.
Lees meer over het belang van cross-culturele perspectieven in internationale verhoudingen in het volgende artikel van China21 Beschouwing.
Historische beschouwing: een tweesnijdend zwaard
De geschiedenis is voor elk land zowel een erfenis als een belasting. Historische narratieven zijn geëtst binnen de culturele, sociale, economische en politieke entourage ten tijde van specifieke historische gebeurtenissen. Naarmate maatschappijen evolueren, verandert ook de context van de geschiedenis met nadruk op perspectieven die weerklank vinden in het heden. Terwijl andere dimensies van het historisch narratief buitenspel kunnen worden gezet indien deze minder resonantie vinden in huidige zienswijzen.
Volgens wijlen historicus Hayden White wordt geschiedenis gevormd aan beide kanten van de barricades, elk verhaal heeft twee kanten. Historische narratieven bieden sommigen waardigheid en identiteit, terwijl het voor anderen een gebeurtenis van schande of schaamte kan zijn. De invulling en stijl van het narratief hangt af van de gemeenschap, de actualiteit en de hedendaagse belangen. White gaf aan "Waar wij postmodernisten tegen zijn is een professionele geschiedschrijving". Zijn optiek raakt een gevoelige snaar tussen historici en geschiedfilosofie.
Het Taoïstische perspectief van Zhao Dingxin aan het begin van het artikel geeft aan dat geschiedenis geen onomkeerbare trend is naar een eindpunt dat universele waarheden claimt, in tegenstelling tot andere leerstellingen. Zhao verwijst verder naar 老子 (Laozi), Chinees filosoof (6e eeuw v.Chr.), die in de Tao Te Ching (een klassieke tekst als basis voor het Taoïsme) het volgende schreef "de Dao (de weg) die kan worden verklaard kan niet de universele (of eeuwige) Dao zijn". Dit is omdat concrete omstandigheden van het bestaan altijd in beweging zijn.
In Laozi's perspectief is de geschiedenis geen paradigma van historische voortgang zoals geworteld in de christelijke eschatologie, gericht op de uiteindelijke bestemming van individuele zielen en zeker ook van de algehele geschapen orde. Daarentegen wordt de geschiedenis binnen het Taoïsme bekeken door middel van het basisprincipe van 反 (fǎn) of ‘terugkeer’. Een tijdsperiode met specifieke ontwikkelingen, gebeurtenissen en denkwijzen zal altijd worden opgevolgd door een tegengestelde situatie met gelijke intensiteit. Een steeds voortdurende cyclus van ‘terugkeer’.
Dit inzicht verlangt een bewustzijn van ingetogenheid of matiging bij geschiedkundige verklaringen. Ook illusies van progressie of moraliteit als overwegingen bij de interpretatie van geschiedenis moet worden vermeden. Zhao ziet een dergelijke nederigheid steeds meer als een "uitzonderlijke eigenschap" en "nog zeldzamer binnen culturen die gedomineerd worden door een teleologisch begrip van de geschiedenis".
Inzicht van verschillende historische interpretaties is essentieel voor landen om hun eigen actualiteit en verhoudingen met anderen te begrijpen. Geschiedenis kan dienen als een instrument voor zelfverbetering en identiteit, maar het kan ook vervreemding in de hand werken. Het erkennen van verschillen in interpretaties helpt wederzijds begrip, maar als eigen historische narratieven worden gespiegeld aan anderen kan dit leiden tot misvattingen.
In tijden van conflict is de geschiedenis een machtig middel voor polarisatie. Het weglaten, benadrukken of manipuleren van selectieve geschiedkundige inzichten als ‘wapen’ kunnen worden ingezet voor beleidsvorming, propaganda of escalatie.
Landen vormen hun visie op de geschiedenis middels verschillende paradigma's die gebaseerd zijn op epistemologie, ontologie en axiologie. Deze gedachtepatronen bepalen hoe mensen de oorsprong en de bronnen van historische kennis zien, welke aspecten van de geschiedenis als zinvol of waar worden beschouwd en welke ethische waarden hun interpretatie van historische gebeurtenissen bepalen. Deze patronen vormen samen een unieke waarneming van de geschiedenis in een specifiek land of gebied.
Het is voor een buitenstaander vrijwel onmogelijk om de historische interpretaties van andere culturen en naties volledig te begrijpen of zich erin in te leven, gezien de diepgewortelde aard van deze paradigma's in een cultuur en haar geschiedenis. Laat staan het ontwikkelen van historische empathie vanuit verschillende culturen en samenlevingen. Dit maakt het des te belangrijker om heel bewust te zijn van deze uiteenlopende denkbeelden, in plaats van eigen sjablonen op de geschiedenis van anderen te leggen.
China kent twee gezegden die dit bewustzijn benoemen. "求同存异 qiú tóng cún yì", vrij vertaald ‘het overwegen van een gemeenschappelijke basis met behoud van verschillen’ onderstreept de complexiteit en gevoeligheid van verschillende paradigma's, evenals het belang van samenwerking op het gebied van gedeelde verantwoordelijkheden en uitdagingen. "和而不同 hé ér bùtóng", ‘streef naar overeenstemming (verstandhouding), niet naar overeenkomst (uniformiteit)’ een uitdrukking van Confucius benadrukt de noodzaak van vreedzaam samenleven met respect voor verschillen in historische, culturele en hedendaagse interpretaties. Confucius vervolgt dit gezegde met "小人同而不和 xiǎo rén tóng ér bù hé", ‘schurken zijn allemaal hetzelfde maar niet harmonieus’.
Het opsplitsen of spiegelen van China's geschiedenis en haar hedendaagse context met eigen paradigma's belemmert een breder begrip van China of het bevorderen van samenwerking.
Afbeelding : Mensen wandelend op straat in Beijing, Jean Beller (Unsplash)
Historische paradigma's verschuiven over tijd, naar meer of minder gemeenschappelijkheid of empathie tussen verschillende culturen of landen. Echter, in tijden van conflict en escalatie is er geen ruimte tijd voor dergelijke ontwikkelingen.
Historische contexten spelen meestal een essentiële rol in de onderliggende oorzaken van conflicten en elementaire belangen van opponenten. Eerder dan geschiedenis tijdens conflicten te negeren, is het een verantwoordelijkheid bij mediation (omgaan met conflicten) binnen de diplomatie maar ook bij verslag doen van conflicten binnen media om historische interpretaties van strijdende partijen in overweging te nemen.
Helaas een verantwoordelijkheid en kunde die met de dag schaarser wordt, zeker in deze nijpende tijd van groeiende conflicten en escalaties.
Daarentegen vaart de groeiende polarisatie er wel bij, treffend onderschreven in culinair perspectief door de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken vorige maand (februari 2024) op de Veiligheidsconferentie van München: ‘Als je in het internationale systeem niet aan tafel zit, sta je op het menu’.
28 Maart, 2024
Gordon Dumoulin
Artikel afbeelding : Soho Beijing, Zhang Kaiyv (Unsplash)
Lees essay in het engels in China21 Journal