'heel onduidelijk, rommelig clubje...'
Hoe premier Rutte (en waarschijnlijk de nieuwe NAVO-chef) tegen BRICS aankijkt
“De BRICS is een heel onduidelijk, rommelig clubje. Neem dat nou niet te serieus.” Een reactie van de Nederlandse premier Mark Rutte afgelopen maand tijdens een debat op de vraag over de positie van het Westen die mogelijk verzwakt naarmate steeds meer landen zich aansluiten bij de BRICS. Rutte gaat vervolgens verder met “Daar zitten India en China in, dus wat kan dat nou ooit worden?”
Rutte’s kleinerende schets van de BRICS zou geopolitiek gemotiveerd kunnen zijn of een schot voor de boeg betreffende zijn kandidatuur als volgende NAVO-leider. Of misschien geloofde hij gewoon wat hij zei.
Dit artikel gaat niet in op de westerse opvattingen over de BRICS in het algemeen, maar analyseert de specifieke uitspraken in Rutte’s opmerkingen.
Voor een meer algemeen overzicht werd afgelopen februari een interessant rapport over de opbouw van de BRICS, de (mis)interpretaties van de BRICS en de standpunten van de EU over de BRICS gepubliceerd door de ELIAMEP (Hellenic Foundation for European and & Foreign Policy) in samenwerking met de Universiteit van Pretoria.
Locating the BRICS in the EU’s vision: a case for cooperation over competition
Dit rapport is ook te downloaden als pdf-bestand.
‘Neem BRICS nou niet te serieus’
Deze opmerking is van (geo)politieke aard of misschien ook wel ter ondersteuning van zijn kandidatuur als volgende NAVO-chef.
De opkomst van de BRICS is uiteraard van belang voor Europa. De economische impact van de BRICS is in de loop der jaren sterk toegenomen en heeft sinds vorig jaar zelfs een hoger bbp dan de G7.
En dit verschil zal waarschijnlijk alleen maar toenemen in de komende jaren.
De invloed van BRICS is niet alleen economisch van belang voor het Westen, maar ook op het gebied van handel, veiligheid, monetair, financieel en investeringsbeleid, en ook multilaterale regelgeving. Niet in de laatste plaats omdat het een paraplu is van naties die de afgelopen eeuwen zijn gescheiden of verdeeld door huidige en vroegere (westerse) hegemonistische machten.
Echter wat feitelijk aanleiding heeft gegeven tot dit artikel waren de twee andere uitspraken van Rutte; ‘“De BRICS is een heel onduidelijk, rommelig clubje’ en ‘Daar zitten India en China in, dus wat kan dat nou ooit worden?’
‘BRICS afschilderen als onduidelijk en rommelig’
Deze schets van Rutte omhelst niet alleen geopolitieke retoriek. De gedachte of impuls achter het afschilderen van BRICS als onduidelijk en rommelig kan worden gezien als een algemene houding in westerse politieke kringen om opkomende niet-westerse landen te bekritiseren voor het schenden van de ‘rules-based international order’.
Westerse landen, waaronder alle voormalige koloniserende landen, stellen regels op en dwingen deze wereldwijd af. Niet-westerse landen zijn echter steeds minder bereid aan die regels te voldoen, omdat dit concept van een op regels gebaseerde wereld niet in overeenstemming is met hun culturele profiel, dat hoog Particularistisch, Communautair en Diffuus is; de generieke niet-Westerse cultuur. De BRICS-landen vallen allemaal min of meer in de niet-westerse culturele regio.
Rutte’s relaas vindt oorsprong in deze verschillende culturele dimensies en percepties. Dit wordt uitgelegd in het China21 Beschouwing-artikel ‘it’s the culture, stupid’, waarin wordt geconcludeerd dat de westerse en niet-westerse culturen verschillende spellen spelen, Schaken versus Weiqi (of Go). Echter het Westen gaat ervan uit dat iedereen schaakt en beschuldigt de BRICS daarmee af als obscuur en wanordelijk.
In het artikel worden de verschillen tussen Chess en Weiqi als volgt uitgelegd:
In hun boek Duizend Plateaus (1980) bieden Gilles Deleuze en Félix Guattari een beknopte uitleg van het verschil tussen de twee spellen. Ze merken op dat bij schaken het conflict is geïnstitutionaliseerd en gereguleerd met een voorste en een achterste gevechtslinie, terwijl er in Go geen gevechtslijnen zijn. Het is een kwestie van jezelf in een open ruimte opstellen, ruimte vasthouden, en de mogelijkheid te behouden om op elk moment te kunnen verspringen. Schaken wordt gespeeld in een gestructureerde ruimte, waarbij elk schaakstuk een specifieke rol in de hiërarchie krijgt toegewezen met een duidelijke differentiatie tussen de pionnen en de elitestukken zoals ridders, bisschoppen, koningen en koninginnen, die elk op zijn of haar eigen manier bewegen.
Daarentegen wordt Go gespeeld in een vloeiende ruimte waar de stukken identiek en hun rollen dubbelzinnig zijn. Het is de strategische context die ertoe doet. De strategische orkestratie van het geheel is groter dan de som van zijn delen. Er zijn net zoveel bewegingen in Go als er atomen in het waarneembare universum zijn, wat een scherpzinnige speler oneindige flexibiliteit en manoeuvreerruimte biedt. De dubbelzinnigheid en vloeibaarheid van hun rollen vergroten het potentiële belang van elk stuk op het bord en verbluffen degenen die het Go-spel niet begrijpen. China speelt Go door zijn speelveld en zijn wereldwijde politiek-economische ruimte radicaal uit te breiden. De uitbreiding van BRICS en BRI zijn opmerkelijke voorbeelden van deze strategie.
Het geïnstitutionaliseerde en gereguleerde karakter van schaken geeft aan dat het wortels heeft in een Universalistische cultuur. Go wordt gespeeld in een vloeiende ruimte en de rollen van de stukken worden alleen bepaald in een concrete situatie; typische kenmerken van een Particularistische cultuur.
Beschouwd als onduidelijk en ongeordend door de schakers.
‘BRICS omvat India en China, dus wat kan dat nou ooit worden?’
Deze interpretatie van Rutte komt vermoedelijk voort uit twee invalshoeken. Momenteel onderscheidt het Westen zich vooral van anderen door ideologische polarisatie; liberale democratie versus autoritarisme. Terwijl India wordt beschouwd als de grootste democratie ter wereld, wordt China afgeschilderd als de grootste autoritaire staat. De tweede invalshoek ligt in de recente geschiedenis tussen India en China, voornamelijk in de grensgeschillen.
Het polariserende perspectief van liberale democratie versus autoritarisme wordt breed gepropageerd in het politieke discours van het Westen tegen China. Maar wat is het standpunt en de visie van India hierin?
India, dat wordt beschouwd als de grootste democratie ter wereld, heeft inderdaad een duidelijk andere bestuursvorm dan China. Maar betekent dit automatisch dat ze eeuwige tegenstanders zijn, zoals Rutte ons probeert te doen geloven, of dat India automatisch tot het geopolitieke kamp van de liberale democratie (het Westen en bondgenoten) behoort ?
Luister naar de Indiase minister van Buitenlandse Zaken Subrahmanyan Jaishankar tijdens het GLOBSEC Bratislava Forum in 2022.
Jaishankar schetst dat India zeker problemen heeft met China, maar dat India weigert deel uit te maken van welk kamp of welke as dan ook. India is meer dan in staat om de betrekkingen met China zelf te managen.
Enkele fragmenten uit het interview:
“De Europese mindset zal uiteindelijk moeten ontgroeien van de gedachte dat Europa’s problemen zijn problemen voor de hele wereld, maar dat de problemen in de (rest van de) wereld niet van Europa zijn.”
“Vandaag worden er verbanden gelegd tussen China en India met wat er in Oekraïne gebeurt. Kom op jongens, China en India vonden al lang plaats vóór de Oekraïne.”
“Verslaggever: Er zullen op dit punt (Oekraïne) altijd twee assen zijn. Ik denk dat het een feit is dat het door de VS geleide Westen en China de volgende potentiële as is. Waar past India hierin?
Jaishankar: Nee, het spijt me, dat is precies waar ik het niet met je eens ben. Dit is de constructie die u mij oplegt en die accepteer ik niet. Ik (India) denk niet dat het nodig is dat ik me bij deze as aansluit of niet. En als ik hier niet bij ben, moet ik bij de ander zijn. Ik accepteer het niet, ik ben een vijfde van de wereldbevolking en ik ben vandaag de vijfde of zesde grootste economie ter wereld. Vergeet het stukje geschiedenis en beschaving, dat weet iedereen. Ik vind dat ik het recht heb om mijn eigen zijde te hebben, mijn eigen belangen af te wegen, mijn eigen keuzes te maken”
“We hebben een moeilijke relatie met China. Wij zijn uitstekend in staat om dit te managen. Als ik internationaal begrip en steun krijg, zal dat mij uiteraard ook helpen. Maar dit idee dat ik een deal moet maken, ik kom in één conflict terecht omdat het zal helpen in conflict twee, zo werkt de wereld niet. Veel van onze problemen met China hebben niets met Oekraïne te maken, hebben niets met Rusland te maken.”
In een recent interview afgelopen februari tijdens de MünchenVeiligheidsconferentie 2024 legde Jaishankar uit hoe de BRICS tot stand is gekomen (vanaf minuut 03:05).
“De BRICS is opgericht in een tijdperk waarin westerse dominantie erg sterk was. De belangrijkste bijeenkomst van de wereld was de G7, en je had een aantal belangrijke machten in de wereld die het gevoel hadden dat ze ondanks geen deel uitmakende van de G7, ook waarden naar voren konden brengen door met anderen aan tafel te zitten en te discussiëren.
Oorspronkelijk waren het er vier; Zuid-Afrika sloot zich later aan. En als je ernaar kijkt, is het een heel interessante groep, omdat het geografisch gezien zo verschillend is als maar kan. Toch zijn de BRICS-leden gebonden aan het feit dat deze discussies die we ruim anderhalf decennium hebben gevoerd, voor ons allemaal zeer nuttig zijn geweest.
Zoals elk ‘product’, toets je deze op een gegeven moment aan de markt. We hebben het vorig jaar getoetst en mensen gevraagd: hoeveel van jullie willen zich bij BRICS aansluiten? En we hadden bijna 30 landen die bereid waren zich bij de BRICS aan te sluiten. Het is dus duidelijk dat als dertig landen er waarde in zien, er iets goeds moet zijn dat we hebben gedaan.
Daarom denk ik dat het vandaag de dag belangrijk is om onderscheid te maken tussen niet-westers en anti-westers zijn. Ik zou India zeker willen karakteriseren als een land dat niet-westers is, maar dat ook een zeer goede relatie heeft met de westerse landen die met de dag beter worden. Niet iedereen binnen de groep (BRICS), staat noodzakelijkerwijs in deze zelfde verhouding (tot het Westen).
Echter, de bijdrage die de BRICS heeft geleverd -- als je kijkt naar de G7 en hoe deze uitgroeide naar de G20, denk ik dat in zekere zin de dertien extra leden die in deze grotere groep (G20) kwamen, vijf van hen BRICS-leden zijn. Het feit dat er een andere groep was die regelmatig bijeenkwam, discussieerde en debatteerde, heeft bijgedragen aan de uitbreiding van de G7 naar de G20. Dus ik denk dat we (BRICS) de wereld een dienst hebben bewezen.”
Alvorens Jaishankar uitleg gaf over BRICS in dit interview, kreeg hij de volgende vraag van de moderator:
“Minister Jaishankar, India heeft een zekere multiple choice mindset. Is – zou dat zo zijn – zou dat juist zijn? Van niet-gebondenheid (non-alignment) naar - ik denk dat u het misschien hebt genoemd, of iemand anders noemde het 'geheel-gebondenheid' (‘all-allignment’). U kunt dus allianties kiezen en selecteren, maar u kunt ook bepaalde onderwerpen kiezen. Betreffende Rusland bijvoorbeeld, u koopt nog steeds Russische olie. Hoe staat deze beslissing in verhouding tot uw relatie met de VS? Kunt u zomaar doen wat u wilt, wanneer u maar wilt?”
Jaishankar antwoordde als volgt:
“Uw vraag: Hebben we meerdere opties? Het antwoord is ja. Is dat een probleem? Waarom zou het een probleem zijn? Als ik slim genoeg ben om meerdere opties te hebben, zou je me moeten bewonderen, en zou je me niet moeten bekritiseren.
Is dat een probleem voor andere mensen? Ik denk het niet. Want kijk, we proberen uit te leggen wat de verschillende aantrekkingskrachten en spanningen zijn die landen hebben. En het is heel moeilijk om een eenduidige relatie te hebben. Ook nu hebben verschillende landen en verschillende relaties een verschillende geschiedenis. Als ik bijvoorbeeld naar de VS en Duitsland zou kijken, deze relatie is het geworteld – het heeft een alliantiekarakter; er is een bepaalde geschiedenis waarop die relatie is gebaseerd. In ons geval is het heel anders.
Ik wil dus niet dat je zelfs maar onbedoeld de indruk wekt dat we onsentimenteel en puur transactioneel zijn. Wij zijn dit niet. Wij gaan met mensen om. We geloven in dingen, we delen dingen, we zijn het over sommige dingen eens. Maar er zijn momenten waarop je je op verschillende plaatsen bevindt, verschillende ontwikkelingsniveaus hebt, verschillende ervaringen hebt – dat komt er allemaal bij kijken. Het leven is dus ingewikkeld. Er moet hier onderscheid in worden gemaakt. En ik denk dat het tegenwoordig heel belangrijk is om de hele complexiteit van onze wereld niet terug te brengen tot zeer radicale beweringen. Ik denk dat dit tijdperk nu achter ons ligt.”
De waarschijnlijke tweede invalshoek van Rutte’s veronderstelling dat er nooit iets uit een samenwerking tussen India en China kan voortkomen, ligt in de recente geschiedenis van beide landen. De bilaterale relatie tussen India en China is de afgelopen jaren inderdaad steeds problematischer geworden. Niettemin werken beide landen samen in de BRICS. En niet alleen in de BRICS, maar ook in de SCO, de Shanghai Cooperation Organization, samen met onder meer Rusland, Pakistan en Iran.
De huidige spanningen tussen beide landen worden voornamelijk veroorzaakt door grensconflicten, vooral sinds de grensschermutselingen in 2020 waarbij aan beide kanten slachtoffers vielen (20 doden aan Indiase kant en 4 doden aan Chinese kant volgens hun eigen inlichtingenbronnen). Chinese en Indiase troepen waren betrokken bij agressieve confrontaties en schermutselingen op locaties langs de Chinees-Indiase grens, onder meer nabij het omstreden Pangong-meer in Ladakh en de Tibetaanse Autonome Regio, en nabij de grens tussen Sikkim en de Tibetaanse Autonome Regio. Er vonden ook extra botsingen plaats op locaties in het oosten van Ladakh langs de Line of Actual Control (LAC).
Sinds deze schermutselingen zijn China en India langs de grens aan het de-escaleren, maar het wantrouwen blijft bestaan, met spanningen en geschillen. De Indiase regering heeft directe investeringen en honderden apps uit China verboden, wat tot extra spanning op economisch en veiligheidsgebied heeft geleid.
Op 25 augustus 2023, tijdens de 15e BRICS-top in Johannesburg, Zuid-Afrika, spraken de Indiase premier Narendra Modi en de Chinese president Xi Jinping aan de zijlijn van de top, waar zij overeenkwamen de spanningen aan de grens verder te de-escaleren. De Indiase minister van Buitenlandse Zaken Jaishankar onderstreepte dat het handhaven van vrede en rust in de grensgebieden en het observeren en respecteren van de LAC essentieel zijn voor een normalisering van de relatie tussen India en China. Maar hij heeft sindsdien bij verschillende gelegenheden herhaald dat de relatie nog niet is genormaliseerd.
Een ander spanningsveld voor India is de Chinese relatie met Pakistan, met onder andere de bouwprojecten van de China-Pakistan Economic Corridor (CPEC) terwijl China zich zorgen maakt over het Indiase lidmaatschap van de QUAD (sinds 2017), een strategische veiligheidsalliantie met de Verenigde Staten, Japan en Australië.
De geschiedenis van de betrekkingen tussen India en China gaat duizenden jaren terug en de natuurlijke grens van de Himalaya is min of meer onveranderd gebleven. Aan beide zijden van de Himalaya hebben grote beschavingen bestaan die de afgelopen millennia in meer of mindere mate culturele en handelsbetrekkingen hebben onderhouden. Tot het midden van de 19e eeuw waren India en China sinds het begin van de jaartelling de twee grootste economieën ter wereld. In deze lange geschiedenis zijn hun legers zelden de Himalaya overgestoken om elkaars soevereiniteit uit te dagen of te annexeren (er zijn historische notities van slechts twee militaire confrontaties voor de 19e eeuw).
Afbeelding : 2,000 Years of Ecomonic History in One Chart, Visual Capitalist, Sept. 8, 2017
De meest in het oog springende militaire confrontatie in de moderne geschiedenis was de China-India Oorlog in oktober 1962, die ongeveer een maand duurde, waarbij ongeveer 700 doden vielen aan Chinese zijde en 1.400 aan Indiase zijde. Het grensconflict eindigde toen China op 20 november 1962 eenzijdig een staakt-het-vuren afkondigde en tegelijkertijd zijn terugtrekking aankondigde naar de vooroorlogse positie, de effectieve grens tussen China en India (LAC). Dit conflict wordt in het algemeen beschouwd als een Chinese overwinning.
In context behelsde deze oorlog veel meer dan alleen het grensgeschil. India had in 1950 de Federale Republiek uitgeroepen terwijl de Volksrepubliek China was opgericht een jaar eerder in 1949, iets meer dan tien jaar voor de oorlog. Beide landen hadden te maken met de erfenissen en nasleep van kolonialisme en buitenlandse onderwerping, waarbij veel soevereiniteitskwesties en ook andere kwesties nog onopgelost waren.
Vanaf de jaren tachtig was er aanzienlijke vooruitgang in de toenadering tussen beide landen. In de jaren 2010 bezocht Xi Jinping India tweemaal voor een staatsbezoek. De eerste keer in 2014 toen Narendra Modi aantrad als premier van India, en in 2019 voor een informele top met Modi. Narendra Modi bezocht Xi Jinping ook twee keer in China, in 2015 (Xi’an) en 2018 (Wuhan). Naast deze persoonlijke staatsbezoeken ontmoetten de leiders elkaar verschillende keren tijdens verschillende multilaterale topconferenties (BRICS, G20).
In tegenstelling tot de ‘ooit’-schets van Rutte is de moderne relatie tussen India en China nog maar zo’n zeventig jaar jong, na een eeuw waarin India door Groot-Brittannië werd gekoloniseerd en in dezelfde periode China te lijden had onder binnenlandse onrust en buitenlandse onderwerping (de eeuw van vernedering).
De relatie bevindt zich in deze tijd op een kruispunt, vooral met betrekking tot de opkomst van beide economieën in de afgelopen decennia. En de opkomst van de Aziatische economie als geheel.
Afgezien van het grensgeschil zorgt de opkomst van beide reuzen voor een toenemende economische en strategische machtsrivaliteit in Azië. Aangezien de Chinese economie eerder en omvangrijker is opgekomen, met ook een groeiende de groeiende rol in Zuid- en Zuidoost-Azië, wordt het leiderschap van India op het subcontinent met regelmaat uitgedaagd.
India is sinds het begin van dit decennium begonnen met het beperken van economische afhankelijkheid van China, met een actief economisch ontkoppelingsbeleid in sommige sectoren. China was in 2020 de belangrijkste handelspartner van India, maar datzelfde jaar bracht Modi de visie van Atmanirbhar Bharat (“Zelfvoorzienend India”) naar voren toen de COVID-19-pandemie de kwetsbaarheid van India in de toeleveringsketens blootlegde. Deze kwetsbaarheid kwam vooral naar voren toen de export uit China daalde als gevolg van de pandemie.
De regering-Modi is toen ook begonnen met het controleren (en ook verbieden) van investeringen, vooral uit China, en is begonnen met het opbouwen van het Supply Chain Resilience Initiative met Japan en Australië om de afhankelijkheid van China te verminderen.
India gaat voor een inhaalslag om de asymmetrie in de strategische en economische kracht tussen China en India te verminderen.
Vanuit een Chinees perspectief op de bilaterale relatie herhaalden verschillende Chinese diplomaten eind jaren 2010 nog dat “de lucht en de oceaan van Azië groot genoeg zijn voor de draak en de olifant (China en India) om samen te dansen”
Echter ziet China vandaag de dag een verslechtering van het politieke vertrouwen tussen beide landen dat in de jaren 2010 was opgebouwd (met een piek tijdens de Wuhan-top met Xi en Modi in 2018). Vooral na de schermutselingen van 2020 is er een ernstig gebrek aan wederzijds vertrouwen, en vooral op het gebied van samenwerking aangaande veiligheidskwesties is de ruimte beperkt gezien de veiligheidsalliantie die India heeft met de Verenigde Staten, Japan en Australië.
Wat de grenskwesties betreft, heeft China een ander standpunt dan India's opvatting dat de betrekkingen niet kunnen normaliseren zonder dit geschil op te lossen. China is van mening dat deze kwestie niet in verband moet worden gebracht met de bredere bilaterale betrekkingen, aangezien het historische problemen zijn die lang kunnen nasudderen om tot consensus te komen. Vanuit China’s oogpunt worden de mogelijkheden op samenwerking en het versterken van de betrekking ernstig belemmerd als deze kwestie het ijkpunt blijft voor de gehele bilaterale verhouding. China gaat ervan uit indien de betrekkingen en samenwerking zullen verdiepen en rijpen over tijd, ook de kwestie van de grensgeschillen tot een schikking zal komen.
Een blik vooruit
Hoewel de verschillende opvattingen over grensgeschillen en strategische economische en veiligheidsrivaliteit waarschijnlijk nog jaren zullen voortduren in de bilaterale betrekkingen, delen beide landen ook overeenkomstige interesses in de verhouding.
Een oorlog tussen beide landen zal zeer ernstige gevolgen teweeg brengen voor het strategische economische en veiligheidsbeleid van beide landen. Terwijl andere grote economieën mogelijk kunnen profiteren van een verstoringen in bilaterale betrekkingen met de een of de ander, is dit zeker niet het geval voor de relatie tussen India en China. Vrede en een zekere mate van stabiliteit zijn een voorwaarde voor beide landen om vooruitgang te boeken in hun eigen ontwikkelingen en ambitieuze visies.
Een andere overeenkomst is dat zowel China als India als beschavingsstaten worden beschouwd en dat zij sterk hun eigen weg, waarden en belangen nastreven. Beschavingssaten kijken meer naar binnen en neigen minder naar onderdeel te zijn van een groter geheel waarbij eigen waarden en belangen niet overeenkomen.
Hoewel India deel uitmaakt van westerse veiligheidsallianties, is het ook lid van BRICS en SCO en weigert het bijvoorbeeld de ‘eisen’ van het Westen in te willigen om de handel met Rusland stop te zetten. Einar Tangen, Senior Fellow van het Taihe Institute en oprichter van China Narratives deelde onlangs de volgende context over beschavingen en imperia tijdens een persoonlijke chat:
“Alle beschavingen waren ooit imperiums. Maar niet alle imperiums worden beschavingen.
Imperiums zijn naar buiten gericht, hun doel is anderen te domineren als middel om macht en legitimiteit op te bouwen. Beschavingen hebben de neiging naar binnen gericht te zijn, ze verdedigen wat ze hebben, terwijl ze omgaan met hun maatschappelijke kwesties en waarden.
Zowel beschavingen als imperiums kunnen sneuvelen als ze militair worden verslagen.
Maar imperiums zullen uiteindelijk ook vallen als ze niet in staat zullen zijn over te stappen naar een beschaving.
En beschavingen zullen ten onder gaan als ze hun waarden niet meer kunnen vasthouden.”
Zowel in China als in India is er steeds meer aandacht voor hun respectieve beschavingen. Deze groeiende aandacht is een natuurlijk vervolg van decennialange ontwikkelingen in het opbouwen van bestuur, maatschappij en economie na een eeuw van buitenlandse onderwerping.
Het is niet waarschijnlijk dat India en China snel beste vrienden zullen worden, niet alleen vanwege de geschillen en het gebrek aan vertrouwen van de afgelopen tijd, maar dat is ook nooit zo geweest toen ze 1800 jaar lang de twee grootste economieën in de wereld waren met duidelijk verschillende beschavingen. Maar je hoeft geen ‘beste vrienden’ te zijn of allebei in hetzelfde kamp te zitten om te kunnen samenwerken en vrede en stabiliteit te waarborgen. De bilaterale geschiedenis van meer dan 2000 jaar laat zien hoe deze twee zeer verschillende oude beschavingsreuzen bijna altijd vreedzaam naast elkaar hebben geleefd.
De huidige mate van ‘impasse’ in bilaterale diplomatie zal niet lang kunnen voortduren in de snel veranderende wereld van vandaag. Diplomatieke betrekkingen zullen met grote zorg en gevoeligheid moeten worden benaderd, zowel in culturele, economische als politieke context, rekening houdend met elkaars standpunten en ontwikkelingsstadia. Het is duidelijk dat beide landen invloed zullen uitoefenen op het Aziatische toneel. En dat een soort van werkrelatie elkaars groei wederzijds ten goede zal komen.
De gevoelige dilemma's liggen in de relatieve verhoudingen van ieders voordelen in samenwerking, waarbij diplomatie van ‘geven en nemen’ zeer belangrijk is.
Een stabiele India-China relatie is vooral van cruciaal belang voor de regionale welvaart en stabiliteit van de ‘Aziatische eeuw’, zoals de voormalige minister van Buitenlandse Zaken van Singapore, George Yeo, stelt.
Concluderend
Ondanks Rutte’s laagdunkende schets van BRICS als een onduidelijk, rommelig clubje, groeit deze club gestaag met tientallen aanmeldingen van landen die lid willen worden. De BRICS is een multilaterale samenwerking gebaseerd op specifieke wederzijdse behoeften, belangen en veiligheid, en met respect voor elkaars soevereiniteit en bestuur. Een alternatieve modus van multilaterale samenwerking in vergelijking met de ‘rules-based international order’ waar leden zich moeten ‘aanpassen’ aan gelijkstemmende ‘waarden en normen’ opgelegd door de hegemonische leiding. Overigens sloten ‘vijanden’ Saoedi-Arabië en Iran zich vorig jaar gelijktijdig aan bij de BRICS.
Dat het nooit iets kan worden tussen India en China, dit is eenvoudige propagandataal kijkend naar de realiteit in context, zowel historisch, cultureel als naar de toekomst van zowel India als China in de Aziatische eeuw.
Of is deze opmerking een wens van Rutte’s geopolitieke ambities ?
Mark Rutte, veel succes met de sollicatie naar de NAVO-chef vacature.
China21 Beschouwing is ook in het engels te lezen.
Zou mooi zijn als dhr. Rutte dit artikel ook gelezen had. Vrees dat hij dit niet heeft.
Wat nog veel verontrustender is dat deze opmerking in het Nederlandse parlement tot nauwelijks of geen ophef heeft geleid. Een diplomaat behoort een zeker decorum, beschaving uit te stralen. Hij is regerings leider van maar net 17 M mensen en maakt neerbuigende opmerkingen over +4 miljard andere mensen/culturen. En niemand in Nederland wijst hem terecht!!!!!
Hoe dom kan het zijn?
Gordon. Proficiat. Wat een prachtartikel ! Dit is journalistiek van de bovenste plank. 非常感谢!